Maria Romana de Hooghe en Cornelis van der Gon

Geplaatst

Vorm:       Overrompeling
Jaar:          1692
Gewest:    Holland
Plaats:       Amsterdam

 

Maria Romana (1673–?) was de dochter van de kunstenaar en etser Romeyn de Hooghe. Deze had een zekere reputatie[1]. Anna de Haas beschrijft de gang van zaken rond haar weglopen[2].

Buurjongen Cornelis van der Gon werd verliefd op haar in 1692 en wil haar hand vragen aan haar vader, maar die zou volgens haar wel weigeren, wellicht wegens zijn niet florissante financiële situatie. Om haar vader toch te dwingen, besluiten ze weg te lopen. Zijn familie hielp mee om de tocht voorspoedig te laten verlopen. Op 11 juli 1692 is het zo ver. Met zijn zus Cornelia varen ze van Haarlem naar Gouda, waar ze overnachten. Ze trekken verder naar Schiedam, waar ze aankomen bij een tante van Cornelis. Daar arriveert ook een tweede zuster van hem, Anna. Met haar gaat hij terug naar Haarlem. Aldaar had Romeyn de afwezigheid opgemerkt en begrepen dat Van der Gon de dader moet zijn. Hij ging naar diens vader toe, die stelde dat hij zijn dochter weer kon zien als hij zijn dochter vergeeft en toestemming verleent voor het huwelijk. De Hooghe kon niet veel anders doen dan in te stemmen en liet dit bij een notaris vastleggen, met daarin de bepaling dat hij wegens dwang dit had opgesteld en zich niet wil houden aan de vastgelegde voorwaarden. Hij gaat gerechtelijke stappen ondernemen en liet Cornelis, die weer terug was, arresteren en in gijzeling zetten. Dit nieuws komt hard aan in Gouda. Maria moet gaan vastleggen dat Cornelis voor zichzelf had gehandeld, anders zou hij de doodstraf krijgen en de familie tot ruïne brengen. Maar Maria weigert eerst, toch tekent zij naderhand wel. Haar vader weet haar op te sporen en ze komt terug naar Haarlem. Cornelis werd ondervraag den verklaarde dat Maria een akte zou hebben getekend, waaruit blijkt dat hij geen schuld aan haar vervoering had, noch dat zij met hem was weggegaan. Zij was vrijwillig vertrokken en hij had haar alleen maar geholpen. Of deze akte werkelijk bestaan heeft, is de vraag. Maria vertelde, thuisgekomen, dat alles juist tegen haar wil was gebeurd, waarschijnlijk tot het verklaren ervan daartoe aangezet door haar vader. Die kon zo Cornelis beschuldigen en de eerbaarheid van zijn dochter redden.

[1] Nierop, H. van red., Romeyn de Hooghe. De verbeelding van de late Gouden Eeuw (Zwolle, 2008).

[2] Haas, A. de, Wie de wereld bestiert, weet ik niet. Het rusteloze leven van Cornelis van der Gon, dichter en zeekapitein 1660-1731 (Amsterdam 2008). 61 e.v.