Vorm: Weigering
Jaar: 1657
Gewest: Zeeland
Plaats: Middelburg
Samuel Panneel (ca. 1630-ca. 1665), proponent te Poortvliet, werd door de Classis van Tholen ‘gedeporteerd’ omdat hij de minderjarige dochter van zijn professor theologie te Middelburg Willem Ap(p)ollonius (1603-1657), Johanna (ca. 1640-ca. ?), tegen wil en weten van de vader uit Middelburg had ‘vervoerd’ naar Poortvliet en haar wilde huwen. En daarbij een eerdere trouwbelofte gedaan aan N. van Geel verbrak, waartegen een klacht was ingediend bij de Classis van Walcheren, waaronder Poortvliet viel. Die besloot dat Panneel zijn gelofte gestand moest doen. Maar hij weigerde en kreeg steun van de kerkenraad van Poortvliet.[1] Panneel ging in appel bij de Hoge Raad die die klacht in 1660 terzijde schoof.[2] Ondertussen had hij kennis gemaakt met de minderjarige dochter van zijn promotor, Willem Appollonius, Johanna. Hij vroeg haar ten huwelijk, maar de vader weigerde, de situatie in Poortvliet kennende. Johanna echter was voor. Johanna reisde dus heimelijk in de schuit mee, niet alleen, haar broer en jongere zuster vergezelden haar vanuit Veere. Panneel presenteerde haar aan de kerkenraad en vroeg om toestemming voor een huwelijk (Vreemd, die had toch moeten vragen naar de toestemming van haar vader? -RH). De Classis was verbolgen en verbood de bevestiging van het huwelijk. Maar de kerkenraad vond dat de Classis niets te maken had met de partnerkeuze van hun dominee. Ze stelde een commissie voor om in de zaak te bemiddelen. Ondertussen was vader Willem naar Poortvliet gekomen om zijn dochter op te halen. Willem stierf in deze periode.
De voogden die over Johanna waren aangesteld, klaagden bij de Staten van Zeeland ‘als Souverainen van den Lande’ over de handelwijze van Panneel en Poortvliet en verzocht om alle kerken te verbieden het paar toestemming te geven voor ondertrouw als er geen blijk van consent van de voogden kon worden getoond. Ze eisten tevens dat de jonge dochter terug moest naar haar voogden en de heren van Middelburg, als haar oppervoogden. Mochten de weggevoerde wees en Panneel niet willen meewerken, dan moeten justitie en magistraten het bevel krijgen om de klagers te helpen de jonge dochter bij hen terug te laten keren. Deze gang van zaken zoals in de Notulen van de Staten van Zeeland weergegeven, stroken niet helemaal met wat de andere bronnen ons laten zien.
Toch liet de kerkenraad van Poortvliet het paar tot de ondertrouw toe, en meldde dat ook aan de Staten. Die antwoordden eind 1657 dat de actie van de kerkenraad niet had mogen plaatsvinden gezien de provinciale Politieke Ordonnantie. In 1658 werd Samuel ontheven van zijn functie. Het paar was ondertussen wettig gehuwd en kreeg vanaf 1660 drie kinderen.[3]
Andere bronnen geven aan dat de grootmoeder van Johanna instemde met het huwelijk; Johanna blijkt toch meerderjarig; Poortvliet wilden niet wachten op toestemming en of proclamaties vanuit Vrouwenpolder, waar Johanna woonde; de Staten vonden de handelwijze van Poortvliet niet ‘excusabel’ en niet getuigen van respect jegens de ‘Souverainen van den Lande’.[4]
Omdat we als bron alleen de correspondentie tussen de Staten, de Classis en een kerkenraad hebben, is er maar weinig te zien van uitingen van vermeende of reële eeraantastingen, afgezien dan die van de Staten die zich tekort gedaan voelen in het respect waarvan zij menen recht op te hebben. Er zijn vanwege tijdgebrek geen andere bronnen geraadpleegd waarin ongetwijfeld die eeruitingen ruim aanwezig zullen zijn. De correspondentie is vooral van juridische aard. Dit verklaart wellicht waarom latere historici schakingen vanuit een juridisch oogpunt benaderen en niet vanuit een sociaal cultuurhistorisch perspectief.
[1] Wessels, A.M. ‘Kerkelijke bepalingen-Trouwen is houwen. Wonderlijke conflicten in burgerlijk- en kerkelijk leven. Ds. Samuel Panneel, van Poortvliet, afgezet “wegens trouwdelict”’, in: Nieuwe Leidsche Courant, 12 april 1932, p. 3.
[2] Levensberichten van Zeeuwen, uitgegeven door F. Nagtglas, 2e deel, 1893 (www.archive.org), 339-340
[3] Romeijn, A. De Stadsregering van Tholen (1577-1795), 525. https://issuu.com/kzgw/docs/xstuks_11178_tienstuks_-_tholen_dee_6a430aa9af42d7/205
[4] Notulen van de Staten van Zeeland, gedrukt, vol. 72, 1657, 157-188
Download verder:
Ermerins, J., Eenige Zeeuwsche oudheden, uit echte stukken opgeheldert (Middelburg 1794).
Notulen van de Staten van Zeeland, gedrukt, vol. 72, 1657, 154, 155, 35.
Notulen van de Staten van Zeeland, gedrukt. vol. 72, 1657, 160-161, 187-188.