Vorm: Overrompeling
Jaar: 1650
Gewest: Utrecht
Plaats: Utrecht
De ‘rebellendochter’, maar ook voordochter juffrouw Eva Maria van Boecop is ’tersluijx in de duijsteren laten avont, met alle haeren goederen, clederen, linnen, wollen, properheijden en de juwelen, uijt hare comparanten testatoirus als haer vaders ene moeders huijs, ende haer schuldige ontsach respect ende gehoorsamheijt, wech gelopen ist met haer vaders dienstknecht Govert Jochemss genaemt, nae dat die tegen t’recht ende alle beloften van getrouwicheijt in sijne herendienst, haer van langerhandt heijmelijken verleijt gehadt heeft, sonder einige de minste gegeven oirsaeck, met versmading van verscheijden schriftelijcke presentatien van allervaderlicker genade soe sij in tijts noch weder keren wilde, en de soe niet, versekeringe van alle onterving. Alsulcx om den allergrootste Injurien, schande ende schade, spijt ende smaet, haer bijder ouders, ende familie, mette alderhoochste droeffheijt, die haeren in dit tijtelijcke leven oijt aengedaren connen worden. Oock tegen het uijtdruckelijcke vierde gebot Godts (Eert Vader ende moeder), hen ondanckbarelick aengedaen’
Ze krijgt driehonderd gulden per jaar, mits ze deze testamentaire dispositie nooit zal aanvechten.
NL-UtHUA Archiefnummer 34 Notarissen; Notariële akten, inv.nr. U021a017, 5.