Elisabeth van Wijnbergen en Corst Havermans

Geplaatst

Vorm:       Onbekend
Jaar:          1611
Gewest:    Gelderland
Plaats:       Amersfoort

 

“Om schandale te vermijden”

Een zaak waarvan we niets weten over de voorgeschiedenis of zelfs de wijze van vertrek is die van Elisabeth van Wijnbergen. De nu volgende informatie komt uit enkele stukken die na de schaking werden opgesteld. Zij was op 13 november 1611 ontvoerd uit Amersfoort. De dader werd in die stukken aangeduid als “eenen genoemt Corst Havermans gebooren van Wageningen, ruijter onder de compagnie van den here van Marquette”. Elisabeth was een telg uit een vooraanstaande familie van bestuurders van Amersfoort.

Haar familie betrok de Gelderse overheid bij haar poging het paar terug te vinden. Dat was henzelf niet gelukt en daarom zochten ze een hogere instantie op om de machtsbalans met de schaker in hun voordeel te brengen. De Gelderse autoriteiten voldeden aan hun verzoek en schreven aan de stad ’s-Hertogenbosch om het huwelijk te beletten en het meisje van Corst te scheiden zodat ze weer naar haar familie terug kan. Het paar was blijkbaar naar het toen nog Spaanse en katholieke Brabant gereisd om daar te huwen. De familie wilde de zaak met het paar bespreken “totdat bij volcommen consent so alst behoort, daarin anders sal sijn gedisponeert. Ende also t zelve, om schandale ende quaet exempel te vermijden, billic ende behooirlijc is, soo willen wy ons tot U Edelen goede debvoir in desen verlaeten”.[1] Hieruit maak ik op dat de familie best over een huwelijk wilde praten, maar zich het recht voorbehield om nee te zeggen. Het moest allemaal ‘behoorlijk’ gaan, wat ik vertaal als ‘eerlijk’ en gepast. In de bijgesloten kopie van het verzoek van de familie aan de Gelderse autoriteiten om deze brief te schrijven, beklaagden de ouders zich over deze rapt en het geweld, waartoe Havermans zich met deze ontvoering “verstoutet” had. Wat dat geweld inhield, is niet opgetekend. Hoewel het bewijs ontbreekt, suggereert dit dat de familie zich berooft voelde, dus met geweld bejegend, en niet dat Elisabeth tegen haar zin was weggehaald. Zij had zich van Amersfoort laten “verfuyren ende sich te laeten verluijden”, verleiden. Ze was ongeveer 15 jaar en “slecht van verstant”, dat wil zeggen niet bijster slim. Dit argument, waarmee het meisje door de familie wordt afgeschilderd als niet in staat te zijn om tot een overwogen oordeel te komen en dus als slachtoffer van de lage listen van Corst, past bij de term ‘doorgaan’ zoals gebruikt in het schakingsvertoog. Hij zou haar tegen hun wil “ten Echte willen nemen ende holden”. Daaruit valt op te maken dat het paar wel een eerbaar doel had. Het werd echter niet in ’s-Hertogenbosch gesignaleerd[2].

 

“Ont-ervet”

Johan van Wijnbergen, de vader van de in zijn ogen geschaakte Elisabeth, stelde in november 1612 een testament[3] op, “waer by hy syne Voer-Dochter Elisabeth und hare descendenten, tenemael van syne nalatenschap ont-ervet heeft, om redenen dat die voorschreven Elisabeth nae datse hem toe voerens seer ongehoorsaem was geweest, bewillicht hadde in de ontschakinge und ontvuyringe by Korst Haeverman Ruyter met haer peroon uyt Amersfoort, tegens synen und haere vrinden wille gedaen, mit den welcken sy al-noch in on-ere blyvende und conversierende is.” De Landdag van Gelre, bijeen te Nijmegen, bepaalde in 1613 op verzoek van Johan van Wijnbergen dat zijn dochter Elisabeth mocht worden onterfd wegens doorgaan. Zoals we uit het besluit van de Staten lezen was ook de familie van Corst tegen zijn handelwijze. De Landdag baseerde zich op de ordonnantie van 1436 van hertog Arnold van Gelre en vond het verzoek billijk en redelijk, zodat het testament werd geratificeerd en goedgekeurd.[4].

Dat testament verhaalde nog iets meer, namelijk dat vader Johan van Wijnbergen al het mogelijke had gedaan om Havermans te bewegen, te ‘constringeren’ zijn dochter weer aan hem terug te geven: “te revoceren en weder tot haar vrienden trecken”. We weten, naast de brief aan de Staten van Gelderland, niet welke pogingen dat waren en waarom ze mislukten. Wel zouden we hieruit kunnen opmaken dat er contacten zijn geweest tussen familie en paar. Johan hoopte dat zij “haar conscientie en welvaren noch zal bedenken, ‘t voorseide oneerlijke geselschap verlaten en weder tot hem comparant of haar vrienden keeren”. Kwam zij terug, dan ontving zij een losrente “van 1000 gulden hoofsoms van 20 stuivers ‘t stuck waarvan zij de hoofsom niet zal mogen genieten dan bij wettelicke noot nadat zij Haverman verlaten en 10 jaren bij haar vrinden en nae derselve advies geleefd zal hebben”. Deze erfenis ging na haar overlijden over op de kinderen uit de echte staat verwekt behalve die van Havermans[5].

In een index op een verslag van een bijeenkomst van de Gelderse Landdag treffen we een verzoek uit 1617 aan die een ander licht op het paar werpt: “Corst Haverman en Elisabeth van Wijnbergen, zusterskinderen, voorbehoudend het testament van haar vader, waarbij zij was onterfd, mits het huwelijk opnieuw na voorafgaande proclamaties wordt gesloten”[6]. Ze zouden neef en nicht zijn. Dit gegeven werd niet genoemd in de brief die de familie in 1611 naar de Staten van Gelderland stuurden om hulp. Neef- en nichthuwelijken waren niet toegestaan volgens de Echtordnung van 1597, die werden “schandaleus geacht”. Het paar verzocht kennelijk om ontheffing van dit gebod.

[1] NL-HtSA Archiefnummer 0001 Stadsbestuur van ‘s-Hertogenbosch, inv.nr. 24, brief 20 november 1611.

[2] De Navorscher 97 (1958), 95 e.v.

[3] Loon, W. van, Groot Gelders Placaet-boeck (Nijmegen 1701) 2 D 136; Bousema-Valkema, A.G., ‘Uit de werkgroep Notariële Aktes. Onterving van geschaakte dochter’, Amersfoort en omstreken. Uitgave van de Afdeling Amersfoort en Omstreken van de Nederlandse Genealogische Vereniging 17-2 (2008) 14-15.

[4] Van Loon (1701), 2 D 136.

[5] Bousema-Valkema (2008).

[6] Wartena, R., ‘Huwelijksdispensatiën in Gelderland 1617-1775, Publicatie 27 van de Vereniging Veluwse Geslachten, 1984’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie. Deel 57 (2003) 10-15. Zie http://www.veluwsegeslachten.nl/pdf/pub027.pdf, 1617-3-28.

 

Downloads:

NL-HtSA Archiefnummer 0001 Stadsarchief van ‘s-Hertogenbosch, inv.nr. 24, brief 20 november 1611.

Loon, W. van, Groot Gelders Placaet-boeck (Nijmegen 1701) 2 D 136.