Vorm: De Weigering
Jaar: 1595
Gewest: Friesland
Plaats: Ter Zool?
In het Genealogysk Jierboek van 1999, blz 194 en 195 staat de gebeurtenis zo beschreven:
‘Christina van Albada, geb. ca. 1569, overl. 5 maart 1613, begr. Sijbrandaburen. Kind.: Hector, Gerrolt, Gatske (zie 925.), Luypck, Antie. Christina (Stijntje) van Albada liet zich ca. 1595 schaken door Jelle Gerrolts van Hobbema [ca. 1560 – 1638 -RH]. Dit blijkt uit een sententie van het Hof van Friesland, waarin o.a. gesteld wordt dat ‘Christina nyet alleen haer nyet hadde geholden ende gedragen volgende haer vaders laeste wille, dan dat ergsste was hoodde sonder raedt, jae tegens wille danck ende gelieven haer soe verre verhopen, dat eenen Jelle Grioelts bij nachte haer willens onwillens hadde geschaekt ende uuyt haer moeders huys wech gevoert. Den welcke Jelle zij oock haer echte man hadde gepretenteert aen te nemen, ende in hare ecclesie te trouwen, alles tegens willedanck ende believen van haer moeder, voormonden ende vrunden van haer vaders zijde, ende tot grooten schandale van alle menschen daer aff kennisse hebbende, waardoor alsoo die voorzegde Christine van haer vaders erffnisse verstecken was naer inholt van zijn testament ende nyet wijder als tot haer legitiemen geraekt zoude wesen …’. Aldus geschiedde. Autorisatie d.d. 12 en 20 jan. 1596: Minne Reyers cur. van Christijn van Albada voor het beheer van 115 van haar vaders goed. Jelle Greols Herema wordt in het stemkohier van 1640 vermeld als eigenaar van Bozum nr. 19. Hector van Albada stichtte Hobbemastate te Witmarsum en liet deze na aan Sybren Fongers, zijn neef, gehuwd met Aefcke Siouckes (zie 462/63.). Hij had al zijn kinderen overleefd. Jelle Greudtz en Christina Albada, el. te Terzool, kopen 1610 land te Rauwerd en Poppingawier. Akte d.d. 29 aug. 1637 betr. Jelle Greolts Hobma, Poppingawier, wednr. van Christina van Albada. Jelle spreekt van zijn hoge ouderdom; de goederen van zijn vrouw moeten nog verdeeld worden tussen de kinderen: Hector Hobbema, dijkgraaf van Wonseradeel, Gerardus Hobbema, Lipck Hobbema (tr. Anne Wygers), Gatske Hobbema (tr. Fonger Sybrants), Antie Hobbema (tr. Sicko Albada).’
Dit citaat lijkt te wijzen op de schakingsvorm ‘De Weigering’. Er is geen enkele aanwijzing dat er een plotseling ‘ontdekking’ had plaatsgevonden, noch dat de jongeman de dochter als een vorm van eigenrichting had weggevoerd, of dat de familie niets wist van de relatie en overrompeld werd door het volkomen onverwachte vertrek. Daarbij was Christina al ongeveer 26, normaal gesproken juridisch meerderjarig.
Het citaat laat goed zien dat het gebeuren met tal van eeraspecten is omgeven. Het begint al met haar vaders laatste wil, die zij niet had nageleefd. Ook dat zij tegen de wens van haar familie was vertrokken uit het huis van haar moeder, als een dief in de nacht en zo de familie-eer ernstig in diskrediet had gebracht. Dit alles is conform het schakingsdiscours, waarin het eerverlagende van de actie werd benadrukt. Maar let ook op het eerdiscours dat een wat andere kijk op de zaak werpt: Christina wilde Jelle als haar echte man aannemen en in de kerk huwen. Ondanks het schandaal dat dat opleverde. In andere casussen is er sprake van een geheime overeenkomst tussen de geliefden, waarin zij zichzelf tot echtpaar maakten. Uit elkaar gaan, dus niet nakomen van deze afspraak zou juist bijzonder eerverlagend voor beiden zijn. Helaas is er te weinig informatie voorhanden om te kunnen bepalen hoe de eerreflexen verliepen. Dat zijn de vaak in een hoog tempo elkaar opvolgende acties die zowel het paar als de familie inzetten als reacties op wat de andere partij deed of kenbaar maakte. Die hadden tot doel voor de partijen zelf en voor de ‘wereld’ te tonen hoe eerzaam zij handelden en hoe oneerzaam en schandalig de tegenpartij was. Eerreflexen, dus het ageren en reageren op echte en vermeende aanvallen op de eer, wordt steeds zichtbaarder wanneer het paar vertrekt. Helaas geeft het fragment hierboven niet veel informatie. Wat was de reden die het paar de reflex gaf, weg te gaan? Trachtte de familie het stel te achterhalen? Hoe reageerde de verdere familie, de kerk, de overheid? Zijn er gelijk rekwesten ingediend om de familie-eer in stand te houden tegen de jongeman? Is het paar naar ‘het buitenland’ gereisd, dat wil zeggen naar een locatie buiten de rechtsmacht van Friesland? Welke tussenpersonen traden op om de hype van eerreflexen over en weer te stoppen? Welke grond was er kennelijk voor een toch later tot stand gekomen accommodatie, dus het herstellen van de familierelaties en het accepteren van Jelle?
En nergens gaat het in dit korte citaat over de wellust van de jongeman, zijn sociale positie die hij met dit huwelijk wilde verbeteren, of zijn geldzucht. Dat zijn vaak redenen die worden opgesomd in de literatuur. Maar het gaat juist om eer: de eer van de jongeman, van de jonge vrouw, van haar familie, van de samenleving. Daarom is de gebezigde uitdrukking in de eerste zin, die dus niet gebruikt is in het vonnis, namelijk ‘liet zich ca. 1595 schaken’ niet helemaal correct. Het suggereert dat Christina om haar eer en maagdelijkheid te beschermen zich passief hield en zich maar liet afvoeren. Veel wijst erop dat het paar juist gezamenlijk het vertrek had georganiseerd en dat Christina heel bewust haar eer en maagdelijkheid wilde delen cq opofferen of al opgeofferd had aan de man (“haer echte man hadde gepretenteert aen te nemen”) van haar dromen, of zoals in soortgelijke andere zaken wel door de jonge vrouw wordt gezegd, als zijn echtgenote. Een voor haar belangrijke eerpositie. Dus ‘schaking’ als term klopt, maar niet door x van y.
Alliantiewapen Hobbema-Albada, uit de blog van André Buwalda