Vorm: Ontdekking
Jaar: 1705
Gewest: Staats-Brabant
Plaats: Oirschot?
“Compareerde Catharina Johanna Duytz (=haar spelling), dr van dhr Ericus Duytz, oudt omtrent 16 jaar, voor mij notaris en getuigen, “op haere vromicheijt, ende des noodt met solemneele Eede ten allen tijde te sullen verifieeren des versocht sijnde, ter instantie van de Heer Geerardt Horreman Soone van de Heer Coenraet Horman Lieutenant te perdt ten dienste deser Vereenichde Nederlanden, waer en waerachtich te sijn, dat sij comparantte uijt haere vrije wille ende grootte genegentheijt, die sij den voors Heere requirant van tijdt tot tijdt heeft toegedraegen, met hem is doorgegaen niet anders als om den tijdt haer levens met den voors Heere requirant inden echtten staet des houwlijcx te eijndigen, daeren boven verclaerende sij Joffr Comparantte dat sij den Heere requirant selfss heeft bestempt de uijre ende plaetse waer sij malcanderen souden vinden, omme door te gaen, ende vervolgens haere voorgenomenne genegentheden inden echtten staet des houwelijcx te volbrengen, maer niet door den selven te sijn verbeurt gelijck den requirant bij sommige wert naegegeven, gevende redenen van dese haere sincere ende oprechtte verclaringe allent’geene voorschr is alsoo in oprechticheijt te sijn geschiet, ende vervolgens mij notaris” geconsenteerd om deze akte op te stellen en te passeren.
De Brabantse Leeuw 2-12 (1953) 177-184.
De Brabantse Leeuw 5-11 (1956) 161-167.
Download:
NL-HtSA Archiefnummer 0072 Notarissen met standplaats ‘s-Hertogenbosch, inv.nr. 2928, folio 622.