Catharina de Wael en Johan van Oostrum

Geplaatst

Vorm:       Weigering
Jaar:          1636
Gewest:    Utrecht
Plaats:       Doorn

 

In een zaak waarover we niet veel directe bronnen bezitten, is sprake van een jonge edelman Johan van Oostrum (?-1656), ritmeester van de familie De Wael, die verliefd was op Catharina de Wael (1615-1644). Zij beantwoordde zijn liefde. Haar ouders echter wezen hem af als huwelijkskandidaat, vermoedelijk omdat zij een ander op het oog hadden[1]. Ze verboden zoals in de andere casussen hun dochter om nog contact met Johan te onderhouden op straffe van onterving. Dat is overigens een straf die ook een eerkarakter heeft: de dreiging van uitsluiting uit de eergroep waartoe men behoorde. Toch wisten ze via een kamenier contact te houden. Hij trachtte op een nacht in 1636 heimelijk bij haar op het kasteel Moersbergen bij Doorn te komen, maar de honden sloegen aan.

Haar ouders wilden nu zo snel mogelijk het door hen gewenste huwelijk met de heer van Raesfelt gaan regelen en besloten Catharina onder een voorwendsel naar diens kasteel in Gelderland te brengen. Reinier van Raesfelt, heer van Middachten, was jaren ouder dan Catharina en een telg uit een vooraanstaande adellijke familie uit Gelderland[2]. De kamenier hoorde ervan en waarschuwde de geliefden. Op weg naar Gelderland hield Johan de koets staande met het verzoek afscheid van haar te mogen nemen[3]. Hij had vijf ruiters bij zich, die zich verscholen hielden. Haar moeder weigerde en de vijf kwamen tevoorschijn. Ze haalden Catharina uit de koets, zetten haar op een paard en reden naar het huis van Johans moeder. Het ‘geweld’ was gericht tegen Catharina’s moeder, althans tegen haar mogelijke weerstand, en niet tegen Catharina.

Johans zuster Maria van Oostrum maakte ook een schaking mee, zie haar casus.

 

[1] Graadt van Roggen, W., ‘Politiek en Romantiek op Moersbergen’, Historia 14 (1949) 206-216.

[2] Bunt, A.W. van der, ‘Nog eens Dirk Adolf van Reede’, Oud-Utrecht 34-2 (1961) 16-18, 17.

[3] Op zaterdag 24 mei 1636 zou Catharina de Wael met Reinier van Raesfelt huwen, op vrijdag 23 mei wist Johan van Oostrum haar te ‘redden’. Zie Hekman, B., De affaire De Lalande-Lestevenon. Feit en fictie over een spraakmakend schandaal in het zeventiende-eeuwse Amsterdam (Leiden 2010) 300.